De jaren van onschuld

Edith Wharton, telg uit een vooraanstaande New Yorkse familie, is wellicht de grootste romanschrijver van die grote stad. Haar romans worden gekenmerkt door scherp psychologisch inzicht in, en ironisch commentaar op de hypocrisie van de gegoede kringen van Manhattan aan het einde van de negentiende eeuw. In 'De jaren van onschuld' is de gravin Olenska na een jarenlang verblijf in Europa net teruggekeerd naar haar geboortestad. Al snel wordt duidelijk dat zij niet meer vertrouwd is met de strikte omgangsvormen die het leven van de New Yorkse upperclass bepalen. Wanneer Newland Archer gravin Olenska ontmoet, heeft hij zich juist verloofd met May Welland, ‘het schrikwekkende product van het maatschappelijk systeem waartoe hij behoorde en waar hij in geloofde: het jonge meisje dat niets wist en alles verwachtte’. Tegen alle regels in raakt de welopgevoede jurist Archer onder de indruk van het ongebruikelijke, impulsieve optreden van Olenska.