Lotta uit de Kabaalstraat

De Kanaalstraat is een gemoedelijk straatje ergens in de wereld. Lotta, Mia-Maria en Jonas wonen er met hun ouders. Maar soms is het er zo'n lawaai dat hun vader het de 'Kabaalstraat' noemt. Lotta is de jongste thuis en ze is erg eigenwijs. Het liefst zou ze willen dat ze alles kan wat haar broer en zus ook kunnen.
En als er iets is dat haar niet lukt, zegt ze: 'Natuurlijk kan ik het wel, maar alleen in het geheim.'

Bekroond met de Zilveren Griffel.

Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Lotta uit de Kabaalstraat
Hoofdstuk 2: Lotta is zo kinderachtig
Hoofdstuk 3: We spelen de hele dag
Hoofdstuk 4: Lotta is zo koppig
Hoofdstuk 5: Er is geen lievere
Hoofdstuk 6: We maken een uitstapje
Hoofdstuk 7: Nu riep mama
Hoofdstuk 8: We gaan naar opa
Hoofdstuk 9: Het lijkt wel of Lotta
Hoofdstuk 10: Lotta heeft een stropdag
Hoofdstuk 11: Lotta is een negerslaaf
Hoofdstuk 12: We hebben het zo fijn
Hoofdstuk 13: Net op dat ogenblik
Hoofdstuk 14: Iedereen is zo gemeen
Hoofdstuk 15: Nu begon Lotta
Hoofdstuk 16: Lotta gaat verhuizen
Hoofdstuk 17: Waar moet Lotta nu
Hoofdstuk 18: En mevrouw berg
Hoofdstuk 19: Lotta krijgt bezoek
Hoofdstuk 20: Ik ben naar mijn eigen huis